Tuinbonen

Tuinbonen zijn peulvruchten die het goed doen op zware grond.
Je kan tuinbonen begin van het jaar, februari/maart, zaaien en oogsten in het voorjaar, maar je kan ook zaaien vanaf half juli tot half augustus en oogsten in de herfst.
Als je vanaf half juli tot half augustus zaait zal je ze wel moeten ondersteunen tegen de wind.
Ik leg de zaden een avond voor het zaaien in een bakje water zodat ze goed voor kunnen weken.
Door dit weken wordt het schilletje wat zachter waardoor de kiemtijd weer korter wordt.
Ik maak gleuven van ± 5 cm. diep en ± 50 cm. uit elkaar.
Ik leg de zaden 15 cm. uit elkaar.
Gemiddeld heb ik zo’n 130 tuinbonen zaadjes.
Dat lijkt veel maar ik pluk ze als ze nog klein zijn dan zijn ze het lekkerst dus ik heb er ook veel nodig.
Ik maak de gleuven dan dicht, druk de grond een beetje aan en geef ze water.
Dille die ik thuis voor gezaaid heb zet ik hier en daar tussen de tuinbonen tegen de zwarte luis.
Na 8 á 10 dagen zie je de bonen opkomen.
Soms trek ik de tuinbonen thuis al voor.
Tussen de zaai- en uitpoottijd zit ± 4 á 5 weken dus ik kan aardig uitrekenen warneer ik ze ga uitpoten.
Zodra de tuinbonen ± 15 cm. hoog staan ga ik ze voor de eerste keer bespuiten met Metrop Calgreen.

Metrop Calgreen zorgt voor stevige planten.
Metrop Calgreen spuit ik op de boven- en onderkant van de bladeren.
Dit herhaal ik in het begin om de 3 weken.


Later als ik de bonen ga oogsten dan spuit ik de plant na elke plukbeurt omdat je door het plukken toch kleine "wondjes" maakt bij de plant wat weer energie vraagt van de plant om te herstellen.

Staan de tuinbonen ± 30 cm. hoog dan spuit ik de planten ook met brandnetelgier om de zwarte bonenluis voor te zijn.
Ook de brandnetelgier spuit ik op de boven- en onderkant van de bladeren.
Dit spuiten doe ik toch wel om de paar dagen.
Samen met de dille ben ik de zwarte bonenluis aardig aan het dwarszitten.
Om deze zwarte bonenluis helemaal voor te zijn top ik de bonen op tijd.
En dan nog wil dat niet altijd lukken.
De planten dus regelmatig goed nakijken.