Lekkerlanders

De lekkerlander aardappel behoort tot de middelvroege aardappel die het goed doet op kleigrond.
Lekkerlanders zijn kruimelige aardappelen.
Als de weersomstandigheden gunstig zijn kan men deze aardappel al eind maart begin april poten.
Men poot de aardappels 5 á 10 cm diep in rijen met een tussenruimte van 60 cm.
De onderlinge afstand bedraagd 50 cm.
Van poot- naar oogstdata is ± 3 á 3½ maand.
Na ± 3 maanden kan men een aardappel 'opgraven' om te kijken hoever de aardappelen zich al ontwikkelt hebben.
Zijn ze goed van maat dan kan men gaan oogsten anders de aardappelen weer goed afdekken met grond om ze tegen het daglicht te beschermen.
Het loof van de lekkerlander aardappel hoeft niet afgestorven te zijn als je wil gaan oogsten maar wil je de aardappelen langer houdbaar houden dan is het toch raadzaam om het loof wel af te laten sterven.
Vergeet alleen niet om deze aardappelen steeds goed te controleren omdat ze niet zo lang houdbaar zijn als late aardappelen.
Bij warm, vochtig weer is er grote kans op schimmel, de aardappelziekte.
De bladeren krijgen door deze schimmel bruine vlekken.
Om deze schimmel voor te zijn spuit ik, zodra de bladeren elkaar bijna raken, Metrop Calgreen met een handverstuiver op de bladeren.
Dit herhaal ik om de 2 weken.